
Niels Destadsbader: “Zelfs na tien jaar zijn we nog lang niet uitverteld”
Gepubliceerd op ma 13.02.2023De zotste vriendschap van het Vlaams muzieklandschap begon tien jaar geleden met een simpel voicemailbericht. Nu vieren Niels Destadsbader en Miguel Wiels hun tinnen jubileum met een nieuwe theatertournee.
Proficiat met jullie tinnen jubileum, jongens! Kan je vertellen hoe het allemaal is begonnen voor jullie?
Niels Destadsbader: “Het startte allemaal met een bericht dat Miguel op mijn voicemail had achtergelaten. Een bericht waar ik veel te laat op heb geantwoord. (Lacht) Hij wilde iets met mij bespreken, zei hij.”
Miguel Wiels: “Ik had een interview met Niels gelezen waarin hij vertelde dat hij geen zin meer had om live op te treden na de dood van zijn goeie vriend Robbie. Maar ik vond dat hij te veel talent had om niet meer op te treden. Peter (Van de Veire, nvdr) en ik waren voor ‘Café Flamand’ op zoek naar verschillende artiesten om covers te maken van Vlaamse nummers. Ik vond Niels daar perfect voor.”
Niels: “Mickey (de bijnaam van Miguel Wiels, nvdr) motiveerde me om een nummer over Robbie te schrijven. Dat is uiteindelijk ‘Speeltijd’ geworden. Daarna volgden voetbalwedstrijden en café-uitjes en zijn we echt vrienden geworden.”
Hoe moeilijk is het om samen te werken met een goeie vriend?
Wiels: “Je moet kritiek van elkaar kunnen verdragen. Samen schrijven is een moeilijk proces en er zijn maar een paar mensen met wie ik dat echt kan. Ik heb geluk dat ik iemand als Niels heb gevonden met wie dat echt goed lukt.”
Niels: “Af en toe stuur ik een idee door naar Miguel. Vaak krijg ik dan een mailtje terug waarin 80 procent in het rood staat. (Lacht) Dat is niet altijd leuk, maar het zorgt er wel voor dat ik mijn songwriting naar een hoger niveau til. Vooral omdat ik wil bewijzen dat ik het echt kan. Dat maakt van ons ook zo’n goed team. Bij het schrijven van een nummer vertel ik over de emoties die in me opkomen en Miguel vertaalt dat naar muziek.”
Op welke verwezenlijking van de afgelopen tien jaar zijn jullie het meest trots?
Niels: “Dat we nog niet uitverteld zijn. We hebben nog steeds veel ambitie en honger om plannen te verwezenlijken.”
Wiels: “Op alle liedjes die we al bij elkaar hebben geschreven. Die hebben ons naar het Sportpaleis gebracht en MIA’s opgeleverd. En nog steeds hebben we het gevoel dat ons volgende album het beste
moet worden dat we ooit al hebben gemaakt. De drive is er nog altijd bij dat jong veulen en die iets oudere pianist.” (Lacht)
Niels: “De allereerste seconde van die eerste Sportpaleisshow, daar ben ik ook wel trots op. We hadden daar echt naartoe gewerkt en er veel energie ingestopt. Als dat dan visueel tot zijn recht komt, dan geeft dat echt een ongelooflijk gevoel.”
Niels, wij krijgen op onze socials vaak de vraag wanneer je nog eens naar Sportpaleis komt. Maar nu kies je dus voor een theatertournee.
Niels: “Een Sportpaleis is heel tof, maar dat is één avond, twee of drie avonden als je geluk hebt. En dan is dat gedaan. Hier kunnen we weekend na weekend naar uitkijken.”
Wiels: “We willen ook echt terugblikken en verhalen vertellen. Dat is veel makkelijker en toffer in de intieme setting van een theater.”
Zo’n intieme aanpak is wel spannend, niet?
Wiels: “Je stelt je kwetsbaar op door je zo bloot te geven, dat is waar. We laten de mensen zien hoe het er achter de schermen aan toe gaat, ook in de moeilijke periodes. Dat is inderdaad anders dan in een Sportpaleis, maar het schrikt ons niet af.”
Wat willen jullie graag nog samen verwezenlijken?
Niels: “Een televisieshow met ons twee, mét muziek uiteraard.”
Wiels: “Ik vind dat we al heel fier mogen zijn op waar we nu staan, maar uiteraard hebben wij nog dromen. Al vind ik het gevaarlijk om die uit te spreken. Maar een tv-show, waarom niet? We zien wel wat er op ons pad komt.”
Hoeveel tijd brengen jullie eigenlijk samen door?
Niels: “Veel te veel. (Lacht) Ik ben al honderden keren bij Miguel blijven slapen en eten. We zijn als het ware een nieuw samengesteld gezin. Het gebeurt wel vaker dat ik nog aan het ontbijten ben met zijn vrouw en hij al aan het werken is.”
Wiels: “Dan weet je ook wie het meeste werkt, hé.” (Lacht)